Skip to main content

K1 W4 Testen

Werkproces 4 van kerntaak 1 gaat over het testen van software.

Je moet aantonen dat je het volgende beheerst.

Eisen

  1. Je kunt een testplan opstellen. Het testplan sluit aan op het ontwerp (of user stories).
  2. Het testplan heeft voldoende stappen en scenario's beschreven. Als alles testscenario's goed zijn doorlopen dan is er voldoende zekerheid over de juisten werking van de applicatie.
  3. Je kunt een goed testrapport opstellen. Ui het testrapport is op te maken wat er is getest en wat de resultaten zijn.

Bewijsmateriaal

Wat kun je als bewijsmateriaal aanleveren in je portfolio?

  1. Een door jouw opgesteld testplan.
    Het testrapport dient alle testen die nodig zijn om bepaalde functionaliteiten te testen te bevatten. De omschrijving moet eenduidig zijn. Testen moeten vanuit het testplan reproduceerbaar zijn.
  2. Een door jouw opgesteld testrapport.
    Het testrapport dient alle resultaten te bevatten. Bij de bevindingen geef je ook aan wat jouw aanbeveling en/of conclusies zijn.
  3. Een document waarin je uitlegt hoe het testen organisatorisch is verlopen en wat precies je rol was. Wie was jouw opdrachtgever, aan wie rapporteerde jij, waren er meer testers, wat deed je als je een fout had gevonden, etc.
  4. Een reflectieverslag van hoe het testen is verlopen: wat ging goed en wat zou je de volgende keer anders doen?

Beoordelingsrichtlijnen

  1. Het testplan omvat minimaal drie user story's. Van de user story's worden gemiddeld 5 test scenario's opgesteld. Er zijn dus minimaal 15 test scenario's beschreven.
  2. De test scenario's zijn door een derde persoon na te spelen. Dit betekent dat: (1) de beginsituatie is beschreven waarbij de dataset eventueel beschreven of toegevoegd is (denk aan database export), (2) de gewenste juiste uitkomst is beschreven en (3) de stappen om te komen tot het resultaat zijn beschreven.

    Er zijn naast de hoofdscenario's ook alternatieve scenario's beschreven. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld het invoeren van grenswaarden of foutieve waarden. Alternatieve scenario's testen vaak of de foutopvang juist is.
  3. Het testrapport toont aan dat alle testscenario's zijn uitgevoerd en wat de resultaten zijn. De resultaten bevatten waar mogelijk conclusies en/of er wordt een algemene conclusie beschreven. Deze kan worden versterkt met een aanbeveling.

Deze beoordelingsrichtlijnen zijn gebaseerd op de SPL "Beoordelingsformulier praktijkexamen" (examencode SD_SD20_B1-K1-2_1V1, crebo 25604).

Testrapport (template).docx

--